‘’Ik heb gemerkt dat er hele mooie dingen ontstaan als je verschillende werelden bij elkaar brengt’’

23/09/2020

In deze reeks interviews laten we een van de projectpartners van ‘Gezond ouder worden in twee werelden’ aan het woord. In deze aflevering spreken we Gözde Duran, onderzoeker aan Hogeschool Windesheim en coördinator van ProMemo, het Expertisecentrum Dementie voor Professionals. Momenteel werkt ze vanuit Windesheim en de Vrije Universiteit in Amsterdam aan haar promotieonderzoek op het gebied van migrantenouderen en dementie.

Hoe is het onderwerp migrantenouderen met dementie op je pad gekomen?

‘’Tijdens mijn studie Psychologie kwam het thema dementie aan bod. Dat was voor mij totaal onbekend. Ondanks dat ik studeerde op de universiteit, in Nederland geboren ben en Nederlandse vrienden had, had ik nog maar weinig gehoord over dementie. Ik verbaasde me over de cijfers die gepresenteerd werden; deze kwamen naar mijn idee niet overeen met wat ik zelf zag in mijn eigen Turkse omgeving. Dat was voor mij de trigger om uit te zoeken of migranten ook zoveel te maken hebben met dementie. Dit ben ik gaan navragen bij mijn familie. Het bijzondere was dat mijn ouders destijds ook nog nooit van dementie hadden gehoord. Maar nadat ik had uitgelegd wat dementie inhoudt, kwamen de verhalen. In mijn ouders omgeving werd dit gelabeld als ‘het hoort bij ouder worden’. Toen dacht ik, hier is meer aan de hand.’’

Wat ben je met die kennis gaan doen?

‘’Na mijn afstuderen ben ik terecht gekomen bij Alzheimer Nederland. Daar was ook al bekend dat de kennis over dementie in migrantengroepen heel gering is. Daarnaast ben ik als praktijkondersteuner bij een huisartsenpraktijk in Almelo gaan werken om dementie eerder te signaleren. Hier kwam ik erachter dat ik, ondanks dat ik vloeiend Turks spreek, kennis en handvatten miste om met migranten-mantelzorgers en migranten met dementie om te kunnen gaan.’’

Wat moet er volgens jou gebeuren om de gezondheid en het welbevinden van deze ouderen te verbeteren?

‘’Mensen denken altijd dat taal het allerbelangrijkste is. Maar ik ben ervan overtuigd geraakt dat je als professional daarnaast ook bepaalde competenties en vaardigheden nodig hebt om hiermee om te kunnen gaan. Daarom ging ik bij Hogeschool Windesheim aan de slag om professionals die werken met migranten met dementie te ondersteunen. Ik wilde in kaart brengen wat de problemen zijn waar de professionals tegenaan lopen.’’

Hoe komt je promotieonderzoek eruit te zien?

‘’Vorig jaar september ben ik gestart met mijn onderzoek, dat nog vier jaar zal duren. Ik richt me op verpleegkundigen, in de brede zin. Ik betrek praktijkondersteuners, wijkverpleegkundigen en casemanagers dementie. Hiermee probeer ik alle mensen die betrokken zijn bij het ziekteproces van dementie te verwerken in mijn onderzoek.  Ik heb eerst een literatuuronderzoek gedaan. Daaruit bleek dat migrantenouderen minder goed toegang tot zorg in het algemeen hebben, ook tot thuiszorg en dementiezorg. Aan de hand van interviews ga ik via de professionals uitzoeken wat we kunnen doen om de toegang tot dementiezorg te vergroten, specifiek voor Turkse en Marokkaanse migranten. Ik ga in kaart brengen wat mogelijke obstakels zijn, wat er al goed gaat en wat verpleegkundigen nodig hebben om de toegang tot dementiezorg te vergroten. Daarnaast wil ik interviews houden met migrantenouderen met dementie of waarvan het vermoeden bestaat dat ze dementie hebben, en met hun mantelzorgers.’’

Gözde Duran

Is er momenteel voldoende aandacht voor deze groep ouderen?

‘’Er is steeds meer aandacht voor, maar nog niet voldoende. Ik denk dat we deze groep nog heel vaak vergeten. Maar er gebeurt wel heel veel voor migranten in Nederland. Soms zijn het hele kleinschalige projecten, maar die zijn juist heel waardevol.  Ik pleit ervoor dat deze projecten meer zichtbaar worden gemaakt, zodat we van elkaar kunnen leren. Dat was ook de drive voor het opzetten van het netwerk van professionals in Zwolle, waaraan ik werk als projectleider. Het is belangrijk om meer met elkaar te delen en om samen te werken met de migrantenouderen. Migrantenouderen staan hier ook voor open. Het hebben van een platform is daarom heel belangrijk. Dat maakt het Overijsselse project ‘gezond ouder worden in twee werelden’ ook zo nuttig.’’

Waarom is het belangrijk om op deze groep te focussen?

‘’Migranten hebben, in tegenstelling tot niet-migranten, andere factoren die meespelen. Daar waar Nederlanders iets sneller kunnen terugvallen op hun sociale kring voor zorgvragen, kunnen migranten dat minder snel omdat die kennis vaak mist binnen hun kennissenkring.’’

Wat is jouw persoonlijke ervaring met dit onderwerp?

‘’Een mantelzorger vertelde mij: ‘ik heb niemand oud zien worden. De oudere mensen in mijn omgeving zijn allemaal oud geworden in Turkije.’ Dat heeft mijn ogen geopend. Ik heb zelf een migratie-achtergrond. Als ik kijk naar mijn moeder, zij heeft alleen haar vader en moeder van dichtbij oud zien worden. Alle tantes en ooms en andere familie zijn achtergebleven in Turkije. De kennis die je daardoor mist over bijvoorbeeld ziektebeelden speelt een rol.

Voor de Turkse gemeenschap in Zwolle ben ik de dochter van Ali, mijn vader. Het sociale netwerk van mijn ouders weet dat ik iets rondom ouderen gestudeerd heb. Toen ik aan het werk ging en deze gemeenschap ouder werd, kreeg mijn vader veel telefoontjes van kennissen met vragen. Zij waren op zoek naar kennis binnen hun gemeenschap. Ik werd daar echt gelukkig van. Het geeft een beeld richting de buitenwereld: migranten willen écht leren en bijdragen. Maar zij hebben soms meer ondersteuning nodig. En daar ligt een taak voor professionals. En ik denk dat de nieuwe generatie migranten, zoals ik, een belangrijke rol kan spelen in de verbinding tussen die twee werelden.’’

Welke rol spelen verpleegkundigen hierbij?

‘’Verpleegkundigen willen deze migranten wel heel graag ondersteunen, maar ze weten vaak niet hoe. Ze hebben te weinig handvatten om deze mensen te helpen. Dit is voor hen heel frustrerend. Ik vermoed dat het gesprek tussen de professionals en de migranten een belangrijke factor gaat zijn, en ik denk dat professionals om kennis staan te springen. Maar wat voor kennis of vaardigheden, dat ga ik onderzoeken.’’

Waaraan merk je dat verpleegkundigen wel graag willen helpen?

‘’Mensen waarschuwden me vooraf dat het lastig zou zijn om mensen te werven voor mijn onderzoek. Maar ik verbaas me positief over hoe graag verpleegkundigen hun verhaal willen vertellen. Dat laat mij zien dat ze echt willen inzetten op dit onderwerp. Professionals zien echt dat hier iets mee gedaan moét worden.’’

Wat hoop je aan het eind van je onderzoek bereikt te hebben?

‘’Ik hoop dat ik met dit onderzoek een antwoord kan geven op een van die vele vragen van de verpleegkundigen en ik hoop iets ontwikkeld te hebben om in de praktijk in te zetten. Dit kan een stukje scholing of een training zijn, of een hulpmiddel. Na afloop van mijn dataverzameling ga ik samen met een designteam, bestaande uit migrantenouderen zelf, mantelzorgers en de verpleegkundigen, aan de slag met de data om te kijken wat we kunnen ontwikkelen. Ik heb namelijk bij een eerder project gemerkt dat er hele mooie en vruchtbare dingen ontstaan als je die verschillende werelden bij elkaar brengt. Als je verbinding met elkaar maakt, met elkaar in gesprek gaat en kijkt waar je elkaar kunt ondersteunen. Dat heeft me destijds enorm geraakt, daarom pak ik dit in mijn onderzoek ook zo aan.’’

Kijk voor meer informatie over deze projecten op Toegankelijkheid van zorg voor Turkse en Marokkaanse migranten met dementie en Professionals en cultuursensitieve zorg: een lerend netwerk van professionals Zwolle.

- Mogelijk gemaakt door de province Overijssel -
provincie Overijssel